Liturgie

30 maart 2024 - 18:30

Stille Zaterdag

WELKOM BIJ DEZE EVENSONG 

Dank u voor uw aanwezigheid hier, vandaag, met ons. 
 
De Evensong is het gezongen Avondgebed, zoals vormgegeven in de Engelse Reformatie sinds 1549. Dagelijks wordt de Evensong gezongen in Anglicaanse kerken, kathedralen en colleges. Centraal staat het psalmreciet, zoals in de kloosterlijke getijden-gebeden, naast het gezongen Magnificat (de lofzang van Maria) uit de Vespers en het Nunc Dimittis (de lofzang van Simeon) uit de kloosterlijke Completen (het laatste gebed voor de nacht). 
 
Muziek draagt tijdens de Evensong de lofprijzing en het gebed, afgewisseld door de Schriftlezingen passend bij de daaropvolgende zondag of feestdag. 
 
U wordt uitgenodigd de dikgedrukte onderdelen in de liturgie mee te spreken of te zingen. 
 
Bewaar vooraf, tijdens en na de dienst alstublieft rust en stilte. Wanneer er in de liturgie een aanwijzing is wat betreft het staan en zitten, wordt u verzocht dit rustig en zonder haast te doen. Wacht na de lezingen met staan tot het moment dat het koor gaat staan. 
 
Wij verzoeken u uw telefoon op stil te zetten en uitsluitend te gebruiken voor de digitale liturgie. 
 
Probeert u zich in voorbereiding op de dienst op God te richten middels stilte en gebed. 
Wij wensen u een gezegende dienst.

INTROITUS 

It is a thing most wonderful, 
Almost too wonderful to be. 
That God’s own Son should come from Heaven, 
And die to save a child like me. 
And yet I know that it is true, 
He chose a poor and humble lot, 
And wept, and toiled, and mourned, and died, 
For love of those who loved him not. 
I sometimes think about the Cross, 
And shut my eyes, and try to see: 
The cruel nails and crown of thorns, 
And Jesus, crucified for me. 
But even could I see him die, 
I should but see a little part 
Of that great love, which, like a fire, 
Is always burning in his heart. 
And yet I want to love thee, Lord; 
Oh light the flame within my heart, 
And I will love thee more and more, 
Until I see thee as thou art. 
 
Het is iets heel moois, 
Bijna te wonderlijk om waar te zijn. 
Dat Gods eigen Zoon uit de hemel komt, 
en sterft om een kind als ik te redden. 
En toch weet ik dat het waar is, 
Hij koos een arm en nederig lot, 
En huilde, zwoegde, rouwde en stierf, 
Uit liefde voor hen die hem niet liefhadden. 
Soms denk ik aan het kruis, 
En sluit mijn ogen, en probeer te zien: 
De wrede spijkers en doornenkroon, 
En Jezus, gekruisigd voor mij. 
Maar zelfs als ik hem zou zien sterven, 
Zou ik maar een klein deel zien 
Van die grote liefde, die, als een vuur, 
Altijd brandt in Zijn hart. 
En toch wil ik van U houden, Heer; 
Oh steek de vlam in mijn hart aan, 
En ik zal meer en meer van U houden, 
Tot ik U zie zoals U bent.
 
 

Tekst: William Walsham How (1823-1897) 

John Ireland (1879-1962) 

 
We gaan staan 
 

HYMNE 

Cross of Jesus 

Cross of Jesus 
2. Die als Koning der getijden 
troonde in het eeuwig licht, 
is hier toonbeeld van het lijden 
dat wij hebben aangericht. 
 
3. Zal zijn licht voor altijd doven 
nu het duister alles dekt? 
Komen wij de nacht te boven 
die wij zelf hebben verwekt? 
 
4. Die zichzelf als levend water 
aan de mens te drinken schonk,  
nu Hij grote dorst lijdt, staat er 
niemand met een koele dronk. 
 
5. Die in ’t licht vanuit den hoge 
naar ons mensen is gedaald, 
gaat onder het kruis gebogen 
omdat onze liefde faalt. 
 
6. En tot aan het eind der tijden 
staat het kruis hoog opgericht. 
In het menselijke lijden 
zien wij God in het gezicht. 
 
7. Kruis van Christus, hout der schande, 
aan u kleeft onschuldig bloed, 
nu God zelf door mensenhanden 
aan u hangt en bloeden moet. 
 

Tekst: Sytze de Vries (1945) naar Will­iam J. Spar­row-Simp­son (1887) 

John Stainer (1840-1901) - CROSS OF JESUS 

 

OPENINGSGEBED 

O Heer, open onze lippen. 
En onze mond zal zingen uw lof. 
O God, maak haast en red ons. 
O Heer, kom haastig te hulp. 
 
Ere zij aan de Vader, en aan de Zoon, en aan de Heilige Geest; 
Zoals het was in het begin, nu is, en altijd zijn zal, wereld zonder eind. Amen. 
Prijs nu de Heer. 
De Heer zij geloofd. 
 
We gaan zitten 
 

WELKOM 

 

PSALM 88 

1 (Een zang, een musiceerstuk,  
v. de zonen van Korach, voor de koorleider 
op De ziekte van, te responderen; 
een onderwijzing, v. Hajaman de Ezrahiet) 
2 O HEER, God van mijn bevrijding,  
een dag lang schreeuwde ik,  
bij nacht nog stond ik tegen over U! 
3 Laat komen voor uw aanschijn mijn gebed,  
neig uw oor naar mijn geroep! 
4 Want mijn ziel is verzadigd van rampen,  
mijn leven is het dodenrijk nabij; 
5 ik word gerekend  
bij wie neergedaald zijn in de put,  
ik ben geworden als een krijger zonder kracht! 
6 Ik lig al neer bij de doden,  
als de doorboorden die slapen in het graf, 
die ge niet meer gedenkt, -  
zij zijn onttrokken aan uw hand! 
7 Ge hebt mij gezet in de onderste put, 
in donker heden, in kolken. 
8 Zwaar drukt op mij uw gramschap,  
al uw’golven; ge hebt mij gebogen. 
(sèlah) 
9 Ge hebt die mij kenden van mij vervreemd,  
ik ben opgesloten, ik kan er niet uit! - 
10 mijn oog is verkwijnd van ellende; 
U, HEER, heb ik heel de dag door geroepen,  
mijn handpalmen gestrekt naar U! 
11 Doet ge een wonder aan doden? -  
of schimmen, zullen die opstaan, u danken? 
(sèlah) 
12 Wordt van uw vriendschap verteld in het graf,  
van uw trouw in de te loorgang? - 
13 wordt een wonder van U bekend in het duister, 
uw gerechtigheid in het land van vergeten? 
14 Toch blijf ik tot U, HEER, roepen om hulp,  
‘s morgens vroeg komt mijn gebed u tegemoet! 
15 Waarom, o HEER, wilt ge mijn ziel verwerpen,  
verbergt gij uw aanschijn voor mij? 
16 Ellendig ben ik,  
ten dode opgeschreven van jongs af,  
o heb gedragen uw verschrikkingen, ben radeloos! 
17 Al uw vlammen kreeg ik over mij heen,  
uw overvallen hebben mij vernietigd! 
18 Ze omringen mij als water heel de dag, 
hebben mij omsingeld eensgezind! 
19 Gij hebt van mij vervreemd minnaar en naaste,  
die mij kenden gehuld in duister! 
 
We gaan staan voor het gloria 
 
Ere zij aan de Vader, en aan de Zoon,  
en aan de Heilige Geest; 
Zoals het was in het begin, nu is, en altijd zijn zal,  
wereld zonder eind. Amen. 
 

Matthew Camidge (1764-1844) 

 
We gaan zitten 
 

EERSTE LEZING 

Ezechiël 37: 1-14 
 
1 Ik werd opnieuw door de hand van de HEER gegrepen. Zijn geest voerde mij mee en Hij zette mij neer in een dal vol beenderen. 2 Ik moest er aan alle kanten omheen lopen, en zo zag ik dat er verspreid over het dal heel veel beenderen lagen, die helemaal waren uitgedroogd. 3 De HEER vroeg mij: ‘Mensenkind, kunnen deze beenderen weer tot leven komen?’ Ik antwoordde: ‘HEER, mijn God, dat weet U alleen.’ 4 Toen zei Hij: ‘Profeteer, en zeg tegen deze beenderen: “Dorre beenderen, luister naar de woorden van de HEER! 5 Dit zegt God, de HEER: Beenderen, Ik ga jullie adem geven zodat jullie tot leven komen. 6 Ik zal jullie pezen geven, vlees op jullie laten groeien en jullie met huid overtrekken. Ik zal jullie adem geven zodat jullie tot leven komen. Dan zullen jullie beseffen dat Ik de HEER ben.”’ 
7 Ik profeteerde zoals mij was opgedragen. Zodra ik dat deed hoorde ik een geluid, er klonk een geruis van botten die naar elkaar toe bewogen en zich aaneenvoegden. 8 Ik zag pezen zich aanhechten en vlees groeien, ik zag hoe er huid over de botten heen trok, maar ademen deden ze nog niet. 9 Toen zei Hij tegen mij: ‘Profeteer tegen de wind, profeteer, mensenkind, en zeg tegen de wind: “Dit zegt God, de HEER: Kom uit de vier windstreken, wind, en blaas in deze doden, zodat ze weer gaan leven.”’ 10 Ik profeteerde zoals Hij mij gezegd had, en de lichamen werden met adem gevuld. Ze kwamen tot leven en gingen op hun voeten staan: een onafzienbare menigte. 
11 En Hij zei tegen mij: ‘Mensenkind, deze beenderen zijn het volk van Israël. Het zegt: “Onze botten zijn verdord, onze hoop is vervlogen, onze levensdraad is afgesneden.” 12 Profeteer daarom en zeg tegen hen: “Dit zegt God, de HEER: Mijn volk, Ik zal jullie graven openen, Ik laat jullie uit je graven komen en Ik zal jullie naar het land van Israël brengen. 13 Mijn volk, als Ik je graven open en jullie uit je graven laat komen, zullen jullie beseffen dat Ik de HEER ben. 14 Ik zal jullie mijn adem geven zodat jullie weer tot leven komen, Ik zal jullie in je eigen land laten wonen, en jullie zullen beseffen dat Ik de HEER ben. Wat Ik gezegd heb, zal Ik doen – zo spreekt de HEER.”’ 
 
We gaan staan 
 

MAGNIFICAT 

My soul doth magnify the Lord. And my spirit hath rejoiced in God my Saviour. 
For he hath regarded: the lowliness of his handmaiden: 
For behold, from henceforth: all generations shall call me blessed. For he that is mighty hath magnified me: 
and holy is his Name. 
And his mercy is on them that fear him: throughout all generations. 
He hath shewed strength with his arm: 
he hath scattered the proud in the imagination of their hearts. He hath put down the mighty from their seat: and hath exalted the humble and meek. 
He hath filled the hungry with good things: 
and the rich he hath sent empty away. 
He remembering his mercy hath holpen his servant Israel: 
As he promised to our forefathers, 
Abraham and his seed for ever. 
Glory be to the Father, and to the Son, and to the Holy Gost; As it was in the beginning, is now, and ever shall be: world without end. Amen 
 
Groot maakt mijn ziel de Heer, en mijn geest heeft zich verheugd om God mijn Redder. Want Hij aanschouwde de nederigheid van zijn dienares: 
ja zie, van nu af aan spreken alle geslachten mij zalig. 
Want grote dingen heeft Hij mij gedaan 
die machtig is, en heilig is Zijn naam. 
En Zijn barmhartigheid is van nageslacht tot nageslacht, voor hen die Hem vrezen. 
Hij heeft kracht getoond in Zijn arm, 
en hoogmoedigen in de gedachte van hun hart verstrooid. 
Hij stootte machtigen van hun zetel, 
en nederigen heeft Hij verheven. Hongerigen heeft Hij met gaven vervuld, 
en rijken heeft Hij leeg weggezonden. 
Hij is Israel zijn dienaar te hulp geschoten, 
zijn barmhartigheid gedenkend, Zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen, 
Abraham en zijn zaad in eeuwigheid. 
Ere zij aan de Vader, en aan de Zoon, en aan de Heilige Geest; 
Zoals het was in het begin, nu is, en altijd zijn zal, wereld zonder eind. Amen.
 
 

Service in F 

George Dyson (1883-1964) 

 
We gaan zitten 
 

TWEEDE LEZING 

1 Petrus 3: 18-22 
 
18 Ook Christus immers heeft, terwijl Hij zelf rechtvaardig was, geleden voor de zonden van onrechtvaardigen, voor eens en altijd, om u zo bij God te brengen. Naar het lichaam werd Hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt. 19 Hij is naar de geesten gegaan die gevangenzaten, om dit alles aan hen te verkondigen. 20 Ten tijde van Noach weigerden zij te gehoorzamen, toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd. In de ark werden slechts enkele mensen, acht in totaal, door de watervloed heen gered, 21 en dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, die niet het vuil van uw lichaam wast maar een vraag is aan God om een zuiver geweten. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus, 22 die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit, terwijl de engelen, machten en krachten aan Hem onderworpen zijn. 
 
We gaan staan 
 

NUNC DIMITTIS 

Lord, now lettest thou thy servant depart in peace according to thy word. 
For mine eyes have seen thy salvation, 
Which thou hast prepared before the face of all people; 
To be a light to lighten the Gentiles 
and to be the glory of thy people Israel. 
Glory be to the Father, and to the Son, and to the Holy Gost; As it was in the beginning, is now, and ever shall be: world without end. Amen 
 
Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, 
zoals u hebt beloofd. 
Want met eigen ogen heb ik de redding gezien 
die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: 
een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen 
en dat tot eer strekt van Israël, uw volk. 
Ere zij aan de Vader, en aan de Zoon, en aan de Heilige Geest; 
Zoals het was in het begin, nu is, en altijd zijn zal, wereld zonder eind. Amen.
 
 

Service in F 

George Dyson (1883-1964) 

 

GELOOFSBELIJDENIS 

We keren ons naar het kruis belijden samen 
 
Wij geloven in één God, de almachtige Vader, Schepper van de hemel en de aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen. 
Wij geloven in één Here Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader vóór alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God; geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader; door Hem zijn alle dingen geworden.  
Ter wille van ons mensen en van ons behoud is Hij neergedaald uit de hemel en vlees geworden door de Heilige Geest uit de maagd Maria en is een mens geworden. 
Hij is ook voor ons gekruisigd onder Pontius Pilatus, heeft geleden en is begraven. Op de derde dag is Hij opgestaan overeenkomstig de Schriften.  
Hij is opgevaren naar de hemel, zit aan de rechterhand van de Vader en zal in heerlijkheid weerkomen om te oordelen de levenden en de doden. En zijn rijk zal geen einde hebben. 
Wij geloven in de Heilige Geest, die Here is en levend maakt, die van de Vader en de Zoon uitgaat, die samen met de Vader en de Zoon aangebeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de profeten. 
Wij geloven in één heilige, katholieke en apostolische kerk. 
Wij belijden één doop tot vergeving van de zonden. 
Wij verwachten de opstanding van de doden en het leven van de komende eeuw. 
Amen.
 
 

Nicea (325 n. Chr.) 

 
We gaan zitten 
 

OFFICE HYMN 

Jesu, the very thought of Thee 
With sweetness fills my breast; 
But sweeter far Thy face to see, 
And in Thy presence rest. 
 
Jezus, de gedachte aan U 
Met zoetheid vult mijn borst; 
Maar nog zoeter is Uw aangezicht te zien, 
En in Uw aanwezigheid te rusten.
 
 

Tekst: Bernardus van Clairvaux (1090-1153) 

Edward Bairstow (1874-1946) 

 

GEBEDEN 

De Heer zij met u. 
En met uw geest. 
Laat ons bidden. 
 
Heer, ontferm u over ons.  
Christus, ontferm u over ons. 
Heer, ontferm u over ons. 
 
Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd; 
uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in de hemel alsook op aarde. 
Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwade. 
Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid.
Amen. 
 
O Heer, toon uw genade aan ons.  
En schenk ons uw verlossing. 
Begiftig uw dienaren met gerechtigheid. 
En geef uw volk vreugde. 
 
O Heer, red uw kind’ren. 
En zegen uw erfdeel. 
Geef vrede in onze tijd, o Heer. 
Want er is geen ander die voor ons strijdt, behalve U, o God. 
 
Schep ons een zuiver hart, o God. 
en neem niet Uw Heilige Geest van ons weg. 
 
Gebed van de dag: 
Geef, Heer, dat wij die gedoopt zijn in de dood van uw Zoon, onze Verlosser Jezus Christus, voortdurend onze kwade verlangens mogen afleggen en met Hem begraven worden; en dat wij door het graf en de poort van de dood mogen doorgaan naar onze vreugdevolle opstanding; door Zijn verdiensten, die voor ons is gestorven, begraven en weer opgestaan, uw Zoon Jezus Christus, onze Heer. Amen
 
O God, uit wie alle heilige verlangens, alle goede raad, en alle rechtvaardige werken voortkomen; geef aan uw dienaren die vrede die de wereld niet kan geven; opdat zowel onze harten gericht mogen zijn om uw geboden te gehoorzamen, en ook dat wij door U, verdedigd tegen de vrees voor onze vijanden, onze tijd in rust en stilte mogen doorbrengen; door de verdiensten van Jezus Christus, onze Verlosser. Amen
 
Verlicht onze duisternis, smeken wij u, o Heer; en verdedig ons door uw grote barmhartigheid tegen alle gevaren van deze nacht; omwille van uw enige Zoon, onze Verlosser, Jezus Christus. Amen
 

ANTHEM 

Many waters cannot quench love, 
neither can the floods drown it. Love is strong as death. 
 
Greater love hath no man than this, 
that a man lay down his life for his friends. 
Who his own self bare our sins in his own body on the tree, 
that we, being dead to sins, should live unto righteousness. 
 
Ye are washed, ye are sanctified, 
ye are justified in the name of the Lord Jesus. 
Ye are a chosen generation, a royal priesthood, a holy nation; 
that ye should show forth the praises of him 
who hath called you out of darkness into his marvellous light. 
 
I beseech you brethren, by the mercies of God, 
that you present your bodies, a living sacrifice, 
holy, acceptable unto God, which is your reasonable service. 
 
Vele wateren kunnen de liefde niet doven, 
noch kunnen de overstromingen haar verdrinken. Liefde is sterk als de dood. 
 
Grotere liefde heeft niemand dan deze, dat een mens zijn leven geeft voor zijn vrienden. 
Die zelf onze zonden in zijn lichaam aan de boom heeft gedragen, 
opdat wij, dood zijnde voor de zonden, zouden leven tot gerechtigheid. 
 
Gij zijt gewassen, gij zijt geheiligd, 
gij zijt gerechtvaardigd in de naam van de Here Jezus. 
Gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie; 
opdat gij de lof van Hem openbaart 
die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht. 
 
Ik bid u broeders, door de barmhartigheden van God, 
dat gij uw lichamen stelt tot een levend offer, 
heilig en Gode welgevallig, dat is uw redelijke dienst.
 
 

Tekst: Hooglied 8, Johannes 15, 1 Petrus 2, 1 Korintiërs 6, Romeinen 12 

John Ireland (1879-1962) 

 

VOORBEDEN 

 
Steeds beantwoord door: 
Amen. 
 
We gaan staan voor de slot-hymne 
 

HYMNE 

When I survey the wondrous cross  

When I survey the wondrous cross 
2. Bewaar mij dat ik roemen zou 
dan in mijn Heren Christus dood. 
Al wat ik anders noemen zou 
is niets bij dit mysterie groot. 
 
3. O angst en liefde, ondereen 
vermengd als water en als bloed, 
zij wijzen naar het wonder heen 
van Hem die op de aarde boet. 
 
4. Het rode bloed, zijn koningskleed 
bedekt het schandelijke kruis, 
dat wordt door alles wat Hij leed 
de levensboom van ‘t paradijs. 
 
5. En door zijn dood en door zijn bloed 
is nu de wereld dood voor mij. 
Ik ben gestorven, maar voor goed 
van heel de dode wereld vrij. 
 
6. De aarde zelf is veel te klein 
voor wie U waarlijk loven wil. 
Uw liefde is een groot geheim, 
zij vraagt geheel mijn hart en ziel. 
 

Tekst: Isaac Watts (1674-1748), vertaling Willem Barnard (1920-2010) 

Edward Miller (1735-1807) - CATON 

 

AVONDGEBED 

Heer, blijf bij ons, want het is avond  
en de nacht zal komen. 
Blijf bij ons en bij uw ganse Kerk  
aan de avond van de dag, 
aan de avond van het leven,  
aan de avond van de wereld.  
Blijf bij ons 
met uw genade en goedheid,  
met uw troost en zegen, 
met uw woord en sacrament. 
Blijf bij ons 
wanneer over ons komt 
de nacht van beproeving en van angst,  
de nacht van twijfel en aanvechting,  
de nacht van de strenge, bittere dood.  
Blijf bij ons 
in leven en in sterven, 
in tijd en eeuwigheid. Amen.
 

Maarten Luther (1483-1546) 

 
We blijven staan als het koor de kerk verlaat 
 
We gaan zitten 
 

ORGEL POSTLUDE 

Kyrie, Gott Vater in Ewigkeit - BWV 669 

Johann Sebastian Bach (1685-1750)

Volgende Evensong:

27 april 2024 - 18:30

Lutherse Kerk Apeldoorn

Wij hopen dat u een goede Evensong hebt gehad. 

Er is een collecte bij de uitgang van de kerk. Met uw gift helpt u de kosten van deze Evensong te dekken en deze diensten voort te zetten. Uw financiële steun wordt bijzonder op prijs gesteld. 
 
U kunt op de volgende manieren een gift geven: 

  • contant 
  • via onderstaande knop 
  • via bankrekening Alexander Bunt NL86 INGB 0004 1201 96, onder vermelding van ‘Gift Evensong Apeldoorn’